5 maart 2014

Wat wil het college met vliegveld en zeejachthaven?

Wat gebeurt er met het voormalige vliegkamp Valkenburg? En hoe zit het met de zeejachthaven? De SGP heeft hierover dieper doorgevraagd nu het college zijn zienswijze gaf op een provinciaal beleidsstuk.

Het college heeft zijn zienswijze verwoord op het Ontwerp Visie Ruimte en Mobiliteit van Provincie Zuid-Holland. Daarin worden wezenlijke zaken benoemd over de openbare ruimte in de provincie en de omgeving van Katwijk, in het bijzonder vliegveld Valkenburg en de zeejachthaven.

Niet gewenst
De SGP vindt bebouwing op het vliegveld en een zeejachthaven niet gewenst. Ze wil dat eerst binnenstedelijke locaties in Katwijk en de regio bebouwd gaan worden, voordat eventueel aan het vliegveld kan worden gedacht. Voor de Katwijkse grondexploitaties is dat beter. Ook behoud je hiermee het groene, open vliegveld. In dit kader stelde de SGP onder meer de vraag of het college bij nader inzien, vanuit financieel en ruimtelijk opzicht, het toch ook niet verstandiger vindt om eerst binnenstedelijk te bouwen en zo het groene gebied van het vliegveld open te houden.

Te actief
De SGP is ook tegen de ontwikkeling van een zeejachthaven. Het tast de weidsheid van de zee aan, bebouwing moet worden geïntensiveerd (als kostendrager van het project), het aangrenzende Natura 2000-gebied wordt er extra door belast, en het karakter van Katwijk en de zondagsrust worden erdoor bedreigd. De SGP klimt daarom nu in de pen. De ingezette lijn was namelijk dat Katwijk niet zelf het initiatief tot verdere stappen voor een zeejachthaven zou nemen. Maar in zijn zienswijze vraagt het college actief(!) om de visie van de provincie op de zeejachthaven meer te concretiseren. Die actieve inzet is voor de SGP niet gewenst.

Inconsequent
Het college geeft ook zijn bezwaren aan tegen de mogelijke komst van windmolens voor de kust. Zulke windmolens zorgen ervoor dat de vrije horizon verloren gaat. Het college mist bij de provincie woorden als ‘vrije horizon’ en ‘zicht op zee’. De SGP vindt dat een terecht bezwaar, maar wijst hier wel op een inconsequentie. Hoe ziet het college dan de realisatie van een zeejachthaven bij Katwijk? Dat is immers ook een aantasting van de vrije horizon? Waarom wordt er wel bezwaar gemaakt tegen de mogelijke komst van windmolens en stelt het college zich anderzijds actief op om te kunnen komen tot de ontwikkeling van een zeejachthaven?